Trauma en herinneringen
Trauma en herinneringen
Traumatische herinneringen kenmerken zich door een combinatie van sterk verontrustende en storende beelden, nare emoties waardoor je overspoeld wordt, gevoelens van angst en/of machteloosheid, zeer onaangename lichaamssensaties, vaak in combinatie met beperkende overtuigingen. Als je overspoeld raakt door traumatische herinneringen raak je vaak je oriëntatie in tijd en ruimte kwijt, en heb je geen verbinding meer met herinneringen van tijden waarin jij jezelf veilig, ondersteun en geliefd voelde. Je kan je dan afgesneden van anderen en van het leven voelen en ervaart jezelf en de wereld om je heen als bedreigend.
Net zoals bij de vier verdedigingsreflexen het primaire doel is om onze overlevingskansen te vergroten wordt er bij de functie van herinneringen ook gedacht dat hierbij het effect van herinneringen op onze overlevingskansen de belangrijkste functie vormt. Deze overlevingsfunctie richt zich op twee verschillende vormen van verbetering van onze overlevingskansen.
Het verkrijgen van voordelen zoals bijvoorbeeld het vinden van voedsel, water, beschutting, veiligheid, uitrusten, en fysiek en mentaal herstel. In een voorbeeld, als je een bepaalde plant hebt gegeten en je merkt dat je hierdoor meer energie krijgt en niet ziek wordt dan helpt het je als jij je dit later herinnerd. Dan kun je een volgende keer meteen die plant weer gaan eten en hoef je niet voorzichtig uit te gaan proberen of de plant niet giftig is door er maar een heel klein beetje van te eten en dan een paar uur te wachten om te merken wat er in je lichaam gebeurt tijdens de vertering van dat kleine stukje plant. Op die laatste manier zou het heel erg lang gaan duren voordat je een hele maaltijd hebt gegeten. De andere manier waarop herinneringen bijdragen aan jouw overleving is doordat ze je helpen om gevaar op tijd te herkennen. Zo is bij verschillende diersoorten waaronder bijvoorbeeld herten met onderzoek bevestigd dat zij plekken waar ze ternauwernood een aanval van een predator hebben overleefd gedurende langere tijd vermijden en dat ze extra alert zijn als ze in de buurt van deze plek komen. Herinneringen helpen ons dus om de toekomst te voorspellen. Op grond van eerdere ervaringen formuleren we verwachtingen over hoe de toekomst zal zijn.
Een ander belangrijk kenmerk van herinneringen is dat ze gelukkig niet statisch en onveranderbaar zijn, maar dat herinneringen ‘bewerkt’ kunnen worden. Dit gebeurt bijvoorbeeld als we nieuwe informatie krijgen die niet overeenkomt met onze, op grond van eerdere ervaringen gevormde, verwachtingen van de toekomst. Er ontstaat dan een ‘mismatch’ tussen de verwachting die we hebben en de ervaring die we op dat moment opdoen en dit wordt ook wel ‘cognitieve dissonantie’ genoemd. Cognitieve dissonantie faciliteert de mogelijkheid tot het veranderen van de manier waarop de hiermee overeenkomende herinneringen in het brein opgeslagen worden. Dit wordt neuroplasticiteit genoemd, de mogelijkheid van het zenuwstelsel om zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden. Hoe groter de mate van cognitieve dissonantie, dus hoe groter het verschil tussen wat we verwachten en wat we ervaren, hoe groter de mogelijkheid tot verandering van de herinneringen en de hieruit voortgekomen overtuigingen is. Bij trauma kan het bewerken van de traumatische herinneringen bijdragen aan het verwerken van de traumatische gebeurtenis(sen).
Herinneringen en geheugen worden ook nadat de gebeurtenis plaats gevonden heeft sterk beïnvloed door factoren van buitenaf en van binnen uit ons zelf. Als je jezelf blij en krachtig voelt terwijl je terug denkt aan een hele nare gebeurtenis dan is de kans groot dat deze herinnering een stukje positiever bijgekleurd wordt. Hierdoor zal de herinnering een volgende keer dat je er weer aan terug denkt ook iets positiever in je herinnering omhoog komen. Helaas werkt het ook de andere kant op. Terugdenken aan hele nare gebeurtenissen terwijl jij jezelf down, machteloos en hopeloos voelt kan ertoe leiden dat de herinnering nog stukje zwarter ingekleurd wordt. Een voorbeeld hiervan vormt de inmiddels niet meer toegepaste trauma interventie waarbij mensen direct na een traumatisch ervaring, soms met zachte goedbedoelde dwang, gestimuleerd werden om uitgebreid en gedetailleerd over hun traumatische ervaring te vertellen. Bij traumatische gebeurtenissen waarbij meerdere mensen betrokken waren werd dit in groepsgesprekken gedaan. Het effect hiervan was dat een gedeelte van deze mensen steeds meer last van de herinneringen aan de traumatische gebeurtenis ging ontwikkelen. Direct na een traumatische ervaring duurt het vaak enige tijd voordat je weer je oude krachtige evenwicht hebt teruggevonden. Als je gedurende deze periode uitgebreid de herinneringen gaat bewerken door er veel over te praten dan is er een risico dat de herinneringen steeds een stukje negatiever opgeslagen worden in je geheugen. Overigens zijn er ook mensen waarbij deze techniek wel werkt, zij hebben waarschijnlijk hun evenwicht al heel snel na de gebeurtenis teruggevonden. Maar ook dan is het belangrijk om steeds te checken wat het erover praten met je doet, als het niet meer helpt, of zelf tegen je gaat werken dan kan je hier op dat moment waarschijnlijk beter (tijdelijk) mee stoppen.
Bij het verwerken, of ‘reprocessing’, ‘opnieuw verwerken’, van herinneringen aan traumatische gebeurtenissen kan gebruik gemaakt worden van verschillende technieken zoals over de herinneringen praten, of een verhaal schrijven, waarbij je aandacht hebt voor met de herinnering samenhangende beelden, sensorische inhouden van de herinnering, lichaamssensaties , emoties, gedachten en overtuigingen. Hierbij is het essentieel om dit in een veilige en voor jou ondersteunende omgeving te doen terwijl jezelf hiervoor de benodigde rust en ruimte in jezelf hebt. Door met aandacht te reflecteren op een traumatische herinnering ontstaat de mogelijkheid om nieuwe informatie te vergelijken met de negatieve gedachten en beperkende en incorrecte (foutieve) overtuigingen die samen hingen met de herinnering aan de traumatische gebeurtenis. Bijvoorbeeld dat alle honden levensgevaarlijk zijn en je aan zullen vallen nadat je door een hond aangevallen bent, of dat wat er gebeurt is allemaal jouw schuld is. Je tijdens het met aandacht reflecteren bijvoorbeeld nieuwe informatie combineren met de herinnering aan de traumatische gebeurtenis waaruit blijkt dat de meeste honden niet gevaarlijk zijn, of dat het helemaal niet jouw schuld is maar dat je onschuldig bent en dat je in plaats van verwijten alle recht hebt op vriendelijkheid en respect vanuit je omgeving en vanuit jezelf, sterker nog, dat dit je geboorterecht is. Op deze manier kunnen nieuwe, wel kloppende, accurate en ondersteunende overtuigingen gevormd worden over jezelf, over anderen en over de wereld.
Als je op deze manier je herinneringen aan de traumatische gebeurtenis veranderd dan neem je ook een beetje afscheid van de oude manier waarop je hier tegen aan keek. Je neemt ook een beetje (of mogelijk zelf heel erg veel) afstand van je oude overtuigingen, en hiermee ook van een deel van jouw identiteit, die deels opgebouwd was rond de herinneringen aan de traumatische gebeurtenis. Dit kan een gevoel van leegte, gemis en rouw geven. Maar als je ook deze gevoelens met aandacht kan ervaren dan lossen ze na een tijdje steeds meer op terwijl je tegelijkertijd ook een nieuw gevoel van opluchting, bevrijding, kracht, levensvreugde, een gevoel dat er een oplossing is gekomen voor het oude probleem. Dat het verleden minder grip op je heeft. Dat je jezelf minder klem voelt zitten en meer vrijheid en innerlijke kracht ervaart.
Soms kan de impact van een traumatische gebeurtenis zo groot zijn dat het moeilijk is om deze samen met je omgeving zelfstandig te verwerken. Je merkt dan dat je ook langere tijd nadat de gebeurtenis plaats gevonden heeft, hier nog steeds last van hebt. Dan kan het zo zijn dat traumatherapie je net genoeg kan helpen om het verwerkingsproces weer vlot te trekken, of zelfs om het verwerkingsproces op gang te helpen en tot een goede afronding van de verwerking van de herinneringen te komen.